Het verlichten van een winkel is meer dan gewoon even wat lichtbronnen ophangen en blij zijn dat je alles nog kan zien. Licht heeft veel onbewust effect op wij wezens zonder tapetum lucidum. En daar maak je maar beter gebruik van. Je gebruikt licht om je bezoekers de weg te wijzen, ze richting bepaalde producten te duwen of om welgekozen gevoelens op te wekken. Doe het dan ook goed.
# 1. Verlicht de etalage
De etalage en de buitenramen moeten eigenlijk voortdurend verlicht zijn, ook wanneer de zon op z’n hardst schijnt. Als je de ramen niet goed verlicht, krijg je te maken met spiegelingen waardoor het voor voorbijgangers moeilijker wordt om naar binnen te kijken. En dat terwijl het net dat open gevoel is dat uitnodigt en dat bezoekers naar binnen trekt. Ook ’s nachts is het aangeraden om je etalage te verlichten. Dan is je winkel in principe niet open, tenzij je een nachtwinkeluitbater bent, maar je blijft toch de aandacht trekken van voorbijgangers. Wel mag je dan gerust wat minder fel verlichten en een ledlichtbron bestellen want ecologisch is het natuurlijk niet.
# 2. Meer verlichting achteraan de winkel
Klanten zijn lui en blijven vooraan of centraal in de winkel hangen. Daarom hang je je pronkstukken ook altijd centraal en daarom plaatsen we koopjeshoeken meestal op de uiteinden. Wil je toch meer bezoekers naar achteren trekken? Dan moet je daar de lichtintensiteit wat opschroeven. Een hogere lichtintensiteit heeft extra aantrekkingskracht en zorgt ervoor dat klanten niet vooraan of centraal in de winkel blijven hangen. Zo haal je meer uit die dure vierkante meters.
# 3. Accentueer waar nodig
Net zoals je achterin je winkel de lichtintensiteit opschroeft, doe je dat ook elders in je winkel. Leg accenten op de belangrijkste items die je echt wil verkopen. Een leuk tasje waarop je een flinke winstmarge hebt? Plaats het maar gewoon onder een klein spotje. De nieuwe collectie die vast zal verkopen als zoete broodjes? Schroef de lichtintensiteit toch maar op. Werk je met schappen? Vergeet dan niet om de onderste schappen, waar je sowieso de minder prominente producten plaatst, wat extra te verlichten. Wat niet goed wordt gezien, wordt nu eenmaal niet gekocht.
Door te accentueren kan je ook de wandelstromen in je winkel organiseren. Een iets hogere lichtintensiteit in de middengang zorgt ervoor dat klanten onbewust deze route kiezen en afleggen. En zo stuur je hen niet alleen richting de kassa of de paskamers, maar ook voorbij alles wat je onder de aandacht wil brengen.
# 4. De kleurtemperatuur aanpassen
Je kan met de lichtintensiteit spelen, maar ook met de kleurtemperatuur. Kies voor een warme kleurtemperatuur als je gezelligheid wil uitstralen. Heb je een kleine winkel? Dan is het een beter idee om koude lichttemperaturen te gebruiken. Daarmee oogt je winkel meteen veel ruimer. In een meubelzaak wordt de kleurtemperatuur warmer eenmaal je langs de zetels wandelt en kouder wanneer je het open keukengevoel moet hebben. Hanteer dezelfde principes in je winkel.