Lichtreclame kan een interessante manier zijn om de aandacht van passanten te trekken. Zo weten ze dat ze bij jou lekker Chinees kunnen eten of dat je nachtwinkel is geopend. Of je kan je eens goed profileren. Als je lichtreclame wil plaatsen, zijn er wel een aantal zaken die je moet weten. Wij doen ze uit de doeken.
Lichtgevende reclame laten maken
Bij lichtreclame gebruiken we in principe lampen met gasontlading. Hierbij zal elektrische stroom door een gas bewegen, waarna er een gasontlading plaatsvindt en er fotonen worden uitgezonden. Het gekozen gas is bepalend voor de kleur van het licht dat wordt uitgezonden. Heel populair is bijvoorbeeld neon, wat een typische oranjerode gloed veroorzaakt. Door andere gassen te gebruiken zijn ook andere kleuren mogelijk. Het gaat dan onder andere om krypton (lichtpaars), argon (lichtblauw), xenon (helderpaars) en kwikdamp (groen).
Door deze gassen in bepaalde verhoudingen met elkaar te vermengen en bepaalde delen in- en uit te schakelen, is het mogelijk om nog andere kleuren te verkrijgen. In de praktijk noemen we al deze lampen neonlampen, terwijl ze lang niet allemaal neon bevatten. Laat het in ieder geval duidelijk zijn dat het ontwerpen van neonverlichting niet zo eenvoudig is als het lijkt. Het is echt ambachtswerk waar ook een stevig prijskaartje aan kleeft.
Omgevingsvergunning nodig
Wie permanent lichtreclame wil plaatsen op zijn eigen terrein of aan zijn eigen pand, mag dat hoe dan ook niet zomaar doen. Er zijn uitzonderingen voor niet-verlichte uithangborden, maar bij lichtreclame is een omgevingsvergunning eigenlijk altijd verplicht. Deze omgevingsvergunning moet aangevraagd worden bij de gemeente. Daarnaast zijn er nog een aantal bijzondere regels die vooral de verkeersveiligheid moeten garanderen.
Langs Vlaamse gewestwegen is vrijstaande lichtreclame bijvoorbeeld altijd verboden. Aan een gevel van een pand kan het wel, maar dan opnieuw met een omgevingsvergunning. Langs autosnelwegen is lichtreclame plaatsen niet mogelijk. Hier primeert natuurlijk de verkeersveiligheid.
Informatie inwinnen bij de gemeente
Het is bovendien niet zo dat een toelating om lichtreclame te plaatsen zomaar wil zeggen dat je absolute vrijheid hebt. Zo moet je ook de milieuwetgeving respecteren en daarin staat dan weer het een en ander over lichthinder te lezen. In de praktijk moet je de nodige maatregelen treffen om de lichthinder te beperken. Zo moet de verlichting bijvoorbeeld worden gedoofd wanneer die niet noodzakelijk is, mag de verlichting niet verblinden, mag het niet langer schijnen dan noodzakelijk is enzovoort.
Je merkt dat het vrij complexe materie is. Om het allemaal nog wat complexer te maken, kunnen gemeenten ook eigen regels, beperkingen en belastingen opleggen ten aanzien van (licht)reclame. Daarom is het belangrijk om vooraf goed te overleggen met de gemeente zodat je later niet voor problemen komt te staan.
Overleggen met de buren
Ten slotte moet er altijd rekening worden gehouden met de buren. Zelfs wanneer de lichtreclame rechtmatig is geplaatst, kunnen buren altijd een beroep doen op de theorie van de burenhinder. Daarvoor hoeft er geen fout te zijn gemaakt. De rechter zal dan altijd een afweging maken tussen de verschillende belangen. Zo nodig kan er een schadevergoeding worden opgelegd.
Bespreek daarom het een en ander met de buren en houd rekening met hun belangen. Zo kan het schappelijk zijn om na een bepaald uur de lichtreclame uit te schakelen of om de lichtreclame zo op te hangen dat het niet tot in de buren hun woonkamer flikkert.